27 september: Sint Vincentius de Paul

Op 24 april 1581 wordt in een klein dorp, in het zuiden van Frankrijk een jongetje geboren. Zijn ouders zijn niet rijk. Ze leven van het hoeden van varkens en schapen. Het gezin heeft zes kinderen. Dus kun je je wel voorstellen, dat vader en moeder flink moeten zorgen, om al die kinderen te eten te geven.

Vincent wordt, net als zijn vader, ook varkenshoeder. Maar vader ziet iets anders in de jongen. Hij zal priester worden. Dan verdient hij meer geld, en kan hij helpen om voor de andere kinderen te zorgen.

Wanneer Vincent met zijn priesterstudie begint, geeft hij les aan kinderen van rijke mensen. Daar betaalt hij dan zijn studie mee. Wanneer hij negentien jaar oud is, wordt Vincent priester gewijd.

Op een dag gaat er iets bijzonders gebeuren. Vincent zal met de boot van Marseille naar Narbonne varen. Dat is helemaal niet zo ver. Zoek het maar eens op in je atlas. Maar op die reis wordt hun boot overvallen door zeerovers. Ze nemen alle mensen aan boord gevangen. Ze wordt als slaven verkocht. Vincent wordt ook verkocht. Hij wordt nog een paar keer doorverkocht. Bij zijn derde baas heeft hij het goed. Die wordt zelfs zijn vriend.

Die zeerovers en ook de mensen aan wie zij hun gevangenen verkochten, waren islamieten. Zij waren aanhangers van Mohammed. En de mohammedanen waren grote vijanden van de christenen. Je kunt je dus wel indenken, dat het voor Vincent heel gevaarlijk was. Hij was immers priester.

Vincent wist echter het vertrouwen van zijn baas te winnen. Hij wist hem zelfs te bekeren tot het katholieke geloof. Samen met Vincent besloot deze naar Frankrijk te vluchten. Dat was heel gevaarlijk, want als ze gevangen genomen werden, zouden ze zeker gedood worden. Vincent kwam heel arm terug in Frankrijk.

Hij kwam in Parijs terecht. Daar woonde de vrouw van de vroegere koning in een paleis. In dat paleis ging ,Meneer Vincent’ wonen. Deze koningin gaf heel veel van haar rijkdom aan de arme mensen.

Er ging nu iets gebeuren in het leven van Vincent, waardoor hij zich ook helemaal voor de arme mensen zou gaan geven. Luister maar wat er gebeurde.

Hij kwam in contact met een dokter. Deze dokter geloofde in niets. Hij wilde zich zelfs van het leven beroven. ,Meneer Vincent’ vroeg nu aan God, om hem zelf de twijfels van die dokter te geven. De dokter ging weer in God geloven, maar Vincent geloofde niets meer. Dat duurde vier jaar. Op een dag wilde hij een einde aan zijn leven maken. Toen kwam een gedachte bij hem op: hij moest voor de armen gaan zorgen. Op dat moment was hij helemaal bekeerd en kon hij ook weer in God geloven.

Meneer Vincent is ook een paar jaren verdwenen geweest. Dat kwam zo. Hij werd aalmoezenier van de veroordeelden die in de galeien moesten roeien. Vincent ging zelf kijken, hoe de slaven behandeld werden. Dat was heel slecht. Hij zag tussen de slaven een man, die veel slaag kreeg. Vincent ging met hem praten. Toen bleek dat de man een veel te strenge straf had gekregen. En dat terwijl zijn vrouw en kinderen hem zo nodig hadden.

Vincent heeft zich toen in plaats van de man in de kettingen laten slaan en heeft een paar jaren als galeislaaf tussen de andere gevangenen geleefd. Hij werd echter op een goede dag door een voorname heer herkend. Die zorgde dat hij weer vrij kwam. Veel zorg heeft ,Meneer Vincent’ aan het preken van het geloof en het geven van katechese aan onwetende mensen in Frankrijk besteed. Ook wilde hij de armen thuis doen verzorgen. Daartoe verzamelde hij mannen die hij tot priester deed opleiden en stichtte hij samen met de heilige Louise de Marillac een gemeenschap van zusters, die hij “dochters van liefde” noemde. De mannen hebben op een bepaald moment een oud klooster in Parijs gekregen, dat Sint Lazare heette. Daarom noemen ze die paters: lazaristen. Je komt nu over de hele wereld nog kloosters tegen die door ,Meneer Vincent’ zijn gesticht. Zijn paters en zusters preken, leiden priesters op, verzorgen kinderen en beheren scholen.

We vieren het feest van Sint Vincentius op 27 september.

God, U hebt de heilige Vincentius geleerd, goed te zijn voor de armen. U wilde ook dat hij zorgde voor goede priesters. Leer ons, een beetje op deze heilige te lijken. Dan zijn we ook goed voor de mensen die arm zijn. We willen ook bidden, dat u ons altijd weer goede priesters geeft. Amen.