Preek op 27-03-2016, Eerste Paasdag, jaar C, diaken Eelke Ligthart

Preek op 27-03-2016, Eerste Paasdag, jaar C, diaken Eelke Ligthart

openingswoord

Allemaal hartelijk welkom bij de viering van paaszondag.
40 dagen voorbereiding op deze dag. De dag waarop we de opstanding van Jezus vieren. 40 dagen geen halleluja, 40 dagen van inkeer van bekering wellicht. Een tijd uitmondend in de Goede week die eindigde met de dood van Jezus. Het was een deceptie voor zijn leerlingen die niet hadden begrepen dat Hij na drie dagen zou opstaan. Wat betekende dat opstaan.
In het Evangelie van vanmorgen snellen ze naar het graf, Maria Magdalena als eerste en zegt tegen Petrus en Johannes dat ze de Heer hebben weggenomen.
Als ze gaan kijken zien ze maar ze zien ook niets. Johannes gaat naar binnen in het graf en zo staat er: hij ziet en gelooft.
Laten ook wij zien en geloven dat het opstaan van Jezus ook ons opstaan moet zijn in onze wereld in onze tijd. Een viering van opstaan en leven soms tegen alle verdrukking in.

preek

Pasen is een blij feest. Misschien omdat het, tenminste bij ons, in de lente valt. Het doet op een of andere manier denken aan een boomgaard in bloesem. Aan vrolijk klokgelui. Vandaag lezen we hoe Maria Magdalena in de vroege morgen naar het graf gaat, dat leeg blijkt te zijn. En die dan de tuinman ontmoet.
Maar daarmee heb ik de kern van de zaak niet genoemd. De vreugde van Pasen hangt voor ons christenen vast aan een verrassend, inderdaad haast ongelofelijk feit: Jezus is uit de dood opgestaan.
Christenen vieren dit iedere zondag. Jezus is door de dood heen gegaan en weer teruggekomen. Zoals iedere avond de zon wegzinkt in de zee en de volgende morgen in het oosten stralend oprijst. De zee, dat diepe water, is symbool van de dood en de zon herinnert aan Hem die de dood overwint. Een spel van symbolen, dat ook heel wat zegt over het doopsel, waarbij iemand door het water heen gaat, om op te staan als een mens met een nieuw en onverwoestbaar leven.

Maar ik wil hier niet stilstaan bij de symboliek rond dit Paasfeest, hoe interessant ook. Ik wil iets zeggen over het blije karakter van dit feest. Ten eerste voor de apostelen en volgelingen van Jezus, ten tweede voor ons volgelingen vandaag.
In het evangelie van Johannes waaruit we vandaag lezen, lijkt het openbare leven van Jezus zich grotendeels in en rond Jeruzalem af te spelen. Maar in de andere evangelies, zeker bij Lucas, wordt het hele verhaal opgebouwd als een tocht die begint in Galilea, waar Jezus overigens is opgegroeid. Van daar trekt hij stilaan in de richting van Jeruzalem. Jeruzalem, de hoofdstad van de Joodse staat. Maar vooral het godsdienstig centrum.
Jezus spreekt meer dan eens over Jeruzalem. Hij waarschuwt herhaaldelijk dat het daar voor hem wel eens slecht zou kunnen aflopen.
Maar de leerlingen horen of verstaan dat niet. Want hun verwachtingen waren dubbel, om niet te zeggen dubbelzinnig.
De apostelen, en alle gelovige joden, waren overtuigd dat God ooit een Messias zou zenden, een verlosser. Iemand die nog meer dan de profeten, voorgoed de weg zou wijzen naar een leven zoals God het van de mens verwacht. Met andere woorden, iemand met een religieuze boodschap.
Tegelijk was hun verwachting gekleurd door politieke, nationalistische verlangens. De Messias zou van hun land opnieuw een grote, sterke staat maken. De mensen waren onder de indruk van Jezus’ toespraken. Van zijn omgang met zieken, blinden, zijn begrip voor zondaars. Hij sprak met gezag, hij deed wonderen, hij was een mens naar wie men wel moest opkijken. Al heel snel had hij een aantal leerlingen, die alles achterlieten om hem te volgen. Zij dachten dat hij inderdaad de Messias was waar hun volk al zo lang naar uitkeek. Maar tegelijk waren ze overtuigd dat hij een ‘rijk’ zou stichten in de gewone politieke betekenis van het woord. Hij zou als een nieuwe David koning worden in Jeruzalem, en de Romeinse bezetter zou hij uit het land verdrijven. Moet men geen macht hebben om de wereld te veranderen?
De tegenstanders gebruikten die voorstelling om hem bij Pilatus aan te klagen als een gevaarlijke opstandeling. Wanneer Pilatus hem daarover ondervraagt, antwoordt Jezus: ‘Mijn rijk is niet van deze wereld.’ Pilatus begreep het evenmin als de anderen.
We weten hoe de geschiedenis eindigde: Jezus stierf aan het kruis.
Jeruzalem was een dodelijke val. De apostelen en volgelingen begrepen er niets van. Hun hoop was vruchteloos geweest. Men kon moeilijk anders zeggen dan dat zijn zending mislukt was. Hoe kon hij de Messias geweest zijn?
Zo zaten ze samen, verslagen, wanhopig. Ten einde raad. Was hun bewondering, hun vertrouwen in Jezus niet een illusie geweest? De opstanding, de verrijzenis van Jezus was het bevrijdend antwoord.
Aanvankelijk hadden zij moeite het te geloven. Want wie heeft ooit gehoord van een mens die uit de dood terugkomt? Jezus verscheen meer dan eens in hun midden. Zo begon hun bekering. Ze konden vaststellen: God heeft hem niet in de steek gelaten. Hij was inderdaad door God gezonden. Ze begonnen in te zien hoe ze zijn boodschap moesten begrijpen. Jezus wou geen macht in de gewone betekenis van het woord. Hij bracht een boodschap van een nieuwe manier van leven. Leven met barmhartigheid, een leven van delen, van broederschap. Zo moesten mensen proberen die nieuwe wereld waar te maken. En ten slotte beseften zij: nu is het aan ons om zijn boodschap, zijn zending verder te zetten.
De verrijzenis van Jezus is de start, van wat wij het christendom noemen, de Kerk.
Hoe kijken wij aan tegen die verrijzenis? Het is niet vreemd dat mensen het daar soms moeilijk mee hebben. Wij hebben dat hele Paasgebeuren niet zelf meegemaakt. ‘Er is nog nooit iemand teruggekomen’, zegt men.
Ik geloof dat de verrijzenis van Jezus onze kijk op het leven fundamenteel heeft veranderd. Stel dat met de dood inderdaad alles gedaan zou zijn. Dan is dat waar voor iedereen. En ook voor onze hele mensengeschiedenis. Die loopt dan ook uit op niets. Al onze idealen, al onze ideeën over schoonheid, al onze dromen die wij in kunst uitbeelden, zijn dan slechts een korte, vruchteloze poging voor de nacht aanbreekt. Het streven naar een andere, betere wereld, heel onze inzet voor een menselijk samenleven, is dan een voorspel zonder vervolg. Als de dood werkelijk het einde zou zijn, dan zijn het menselijk leven en de menselijke geschiedenis niet meer dan de mooie kleuren van de vlinder, die even schittert en enkele dagen later tot stof is vergaan.
De verrijzenis van Jezus heeft de deur geopend, voor een leven dat betekenis heeft voor nu en altijd. Om Franciscus van Assisi te citeren: ‘De dood opent de deur naar het echte leven’. Daarom is Pasen een dag van vreugde, een dag om muziek te maken en te zingen. Ik wens u allen een Zalig Pasen. Amen.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments