28 december – HH. Onschuldige Kinderen, martelaren – feest

28 december – HH. Onschuldige Kinderen, martelaren – feest

132 eerste lezing: 1 Joh. 1, 5-2, 2

Het bloed van Jezus Christus reinigt ons van elke zonde.

Uit de eerste brief van de heilige apostel Johannes.
Vrienden,
dit is de boodschap, die wij van Jezus gehoord hebben
en aan u doorgeven:
God is licht,
er is in Hem geen spoor van duisternis.
Als wij beweren deel te hebben aan zijn leven,
terwijl onze wegen duister zijn,
liegen wij met woord en met daad.
Maar als wij wandelen in het licht
– zoals Hij zelf is in het licht –
dan hebben wij deel aan elkanders leven,
terwijl het bloed van zijn Zoon Jezus ons reinigt van elke zonde.
Als wij beweren zonder zonde te zijn,
bedriegen wij onszelf
en woont de waarheid niet in ons.
Als wij onze zonden belijden,
is Hij zo getrouw en genadig,
dat Hij onze zonden vergeeft
en ons reinigt van alle kwaad.
Maar als wij zeggen dat wij geen zonde bedreven hebben,
maken wij Hem tot een leugenaar;
dan woont zijn woord niet in ons.
Kinderen,
ik schrijf u
met de bedoeling, dat gij niet zoudt zondigen.
Maar ook al zou iemand zonde bedrijven:
we hebben een voorspreker bij de Vader,
Jezus Christus,
die geheel zondeloos is,
die al onze zonden goedmaakt
en niet alleen die van ons, maar die van de hele wereld.
Woord van de Heer.
Wij danken God.

tussenzang: Psalm 124 (123), 2-3, 4-5, 7b-8 

Refrein:
Wij zijn als een vogel nog juist gevlucht,
ontsnapt aan het net van de jagers.

Was de Heer niet met ons geweest,
toen allen zich tegen ons keerden;
dan zouden wij levend verslonden zijn,
verzengd door de gloed van hun woede.

Dan had de vloed ons verzwolgen,
de bergstroom ons meegesleurd;
dan waren wij reddeloos ondergegaan
in schuimende waterkolken.

Het net van de vogelaar is gescheurd,
wij zijn er uit los gekomen.
Wij werden gered door de Naam van de Heer,
die hemel en aarde gemaakt heeft.

vers voor het evangelie

Alleluia.
U, God, loven wij.
U, Heer, prijzen wij.
U looft het blanke heer der martelaren.
Alleluia.

133 evangelie: Mt. 2, 13-18

Herodes liet in Betlehem al de jongens vermoorden.

De Heer zij met u.
En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs.
Lof zij U, Christus.

Na het vertrek van de Wijzen
verscheen een engel van de Heer in een droom aan Jozef
en sprak:
“Sta op, neem het Kind en zijn moeder,
vlucht naar Egypte en blijf daar tot ik u waarschuw,
want Herodes komt het Kind zoeken om het te doden.”
Jozef stond op
en week in de nacht
met het Kind en zijn moeder naar Egypte uit.
Daar bleef hij tot aan de dood van Herodes,
opdat in vervulling zou gaan,
wat de Heer gesproken had door de profeet:
“Ik heb mijn zoon geroepen uit Egypte.”
Zodra Herodes bemerkte,
dat hij door de Wijzen om de tuin geleid was,
ontstak hij in hevige toorn.
Hij zond zijn mannen uit
en liet in Betlehem en heel het gebied daarvan
al de jongens vermoorden van twee jaar en jonger,
in overeenstemming met de tijd,
waarnaar hij de Wijzen nauwkeurig had gevraagd.
Toen ging in vervulling
het woord dat door de profeet Jeremia gesproken was:
“Een klacht werd in Rama gehoord,
geween en luid gejammer:
Rachel, wenend om haar kinderen,
wil niet getroost worden,
omdat zij niet meer zijn.”
Woord van de Heer.
Wij danken God.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments